At the window, trough the
glass
She stroked a kitten in het
lap
And we watched the world as
it fell past
Softly she spoke these words
to me…
Badend in het zweet werd
Tropfen wakker. Hij keek om zich heen en zag een kale ruimte, verlicht door een
tl-bak die knipperde met een vrijwel onzichtbare frequentie. In de stalen deur
zat een luikje dat piepend openging. De ene nachtmerrie ging over in de andere.
Nauwelijks verlost van z’n bezeten chef, de waanzinnige baron, bevond Tropfen
zich in een kille isoleercel, gekleed in een papieren hemd en vastgesnoerd aan
armen en benen. Een band hield z’n middel aan het bed gekluisterd.
Een onbekend gezicht
verscheen in het ruitje dat de grens tussen waanzin en werkelijkheid scheidde.
De waanzin van de realiteit en de werkelijkheid van de man die dit doorgrondde.
De droom was werkelijkheid en de werkelijkheid verwrongen tot een
pseudo-realistische vertoning die elke droom ontkende.
Tropfen had nog niet zo lang geleden het vermoeden
gekregen dat er iets niet in de haak was in dit leven. De mooie droom begon
onrustbarende tekenen te vertonen. Waarom geloofde hij z’n baas niet? Het
voelde niet goed, sterker nog het voelde niet…. En zijn gevoel had hem nog
nooit in de steek gelaten. Dus stelde hij de vraag: “ik hoor u wel, maar voel
het niet. Wat gaat u hier aan doen”?
Enkele dagen later bevond
hij zich in een grote kamer met reusachtig bureau….hij had nooit geweten dat er
in dit gebouw zulke kamers waren. “En wat voelt u dan niet”? Tropfen antwoordde
niet maar keek rond. Hij keek met z’n hart en zag angst, arrogantie en
eigenbelang, de tekenen van kleingeestige armoede. “En wat voelt u dan niet”,
de vraag werd keer op keer gesteld. Hij doorbrak z’n zwijgen; “als ik niet
voel, kan ik niet volgen”. “U kunt vragen wat u wilt, ik kan u zien en ruiken,
maar volgen zal ik niet want voelen kan ik u niet”.
De man aan de andere kant
van het reusachtige bureau zat als versteend. Hij kon deze eenvoudige
medewerker niet volgen. Deze man was ernstig in de war. Hier moest ingegrepen
worden. Hij greep naar de telefoon en enige tijd later bevond Tropfen zich
vastgesnoerd op een brancard. Hij zag het plafond van een kale keldergang aan
zich voorbij glijden, lamp na lamp, na lamp. Het was koud, de luchtstroming,
veroorzaakt door de voortrazende brancard, gleed langs z’n gezicht. De riemen
om z’n lijf knelden. Langzaam zakte hij weg in de nachtmerrie van een
werkelijkheid die alleen een antipsychoticum je kan bezorgen.
Hij had altijd het gevoel
gehad te worden gevolgd door “number one”, maar nu wilde hij vluchten voor de
paranoïde werkelijkheid en wakker worden… Hier waar hij niet voelde wilde hij
niet zijn. Badend in het zweet werd Tropfen wakker, keek om zich heen en zag
een kale ruimte….
And with brand new eyes, open
wide
We pressed our faces to the
glass
As I sat sadly by her side
Tropfen draaide zich
langzaam om. Hij probeerde de stekende pijn die vanuit z’n nek omhoog kroop te
negeren, het was nog donker buiten.
De donkere stem van Nick
Cave dreunde door z’n gedachten. Hij wilde vergeten. Collega Regen was
gisteravond op bezoek geweest. De eerste mens die hij had gesproken sinds z’n
thuiskomst. De deurbel had geklonken. Het had hem moeite gekost de drie
grendels en het slot te openen. Drie grendels en een slot, de grens tussen de
waanzin van de realiteit en de realiteit van z’n nachtmerrie.
Uiteindelijk kon hij het
opbrengen de deur te openen en Regen binnen te laten. “zalig zijn de
naïevelingen”, dacht Tropfen. “Hij heef niet in de gaten welk spel er met hem
gespeeld wordt”. “Hij ziet niet, want hij voelt niet”. “Nee, Regen denkt aan vrouw en kinderen, aan
afspraken, regels, werkdruk en vakantieplanning”. Hij wilde het hem
toeschreeuwen: “het is een nachtmerrie, stop met denken en voel! Voel wat er
gebeurd, kijk met je hart, niet met je hoofd!”
Die woorden kwamen niet over
z’n lippen. Het enige dat hij kon zeggen was; “koffie, melk, suiker…oh nee,
zoetjes was het niet?” Regen babbelde er op los. Collega zwanger, targetregeling
afgeblazen, fusie, drukte, vakantiestress, bla bla bla….
Witness the man reaching up
from the gutter
See the other one stumbling
on who can not see
Then she drew the curtains
down
And said, “ when will you
ever learn that what happens there beyond the glass
Is simply none of your
concern”
Kreunend hees hij zich
overeind, de stekende pijn in z’n achterhoofd nam af om vervolgens in alle
hevigheid terug te keren. De kerkklok sloeg zeven maal, zeven mokerslagen op
z’n borst. Een straal ijskoud water spoot uit de douchekop…geiser stuk. Op zoek
naar het doosje pijnstillers kleedde hij zich aan, het hemd plakte aan z’n nog
natte rug. Met de eerste beker koffie van die dag spoelde hij de tabletten naar
binnen.
At wich she turned her head
away
Great tears leaping from her eyes
I could not wipe te smile
from my face
Het was tijd. Tropfen stapte
de deur uit en ging op weg. Een zachte miezerige regen daalde neer over een
ontwakende stad…
Met dank aan
Nick Cave voor de songtekst van “As i sad sadly by her side”