Ik heb m’n fiets weer terug.
Nee hij was niet gestolen. Hij was bij onze fietsenmaakster. Rianne heeft hem
onder handen moeten nemen, ik trapte steeds “door”. Euhh, hoe leg je dat uit?
Je weet wel, je zet aan om een helling op te fietsen en trapt dan vervolgens
“door”, zodat je met je kin bijna op het stuur beland. Nu wil het toeval dat we
hier in het zuiden des land nogal wat hellingen hebben, dat ging niet meer, dus
mijn trouwe tweewieler, een echte Magneet uit de jaren vijftig van de vorige
eeuw, maar weggebracht.
Deze fiets heb ik nu al
enkele jaren. Ik kocht hem toen we nog met guldens betaalden voor 80 gulden bij
Rianne. Ik moest toentertijd afstand doen van de fiets die ik al sinds de
middelbare school bereed. In enkele lagen verf
gehuld, in ieder geval zilver, paars en rood en van versnellingen naar
terugtraprem omgebouwd, m’n ouwe trouwe fiets.
Ik ben er enkele keren mee
op m’n bek gegaan. Een keer door een tas tussen de spaken, maar ook ooit na een
examenfeestje in een bocht met kiezels en te veel bier achter de kiezen om nog
mijn evenwicht te houden. Enigszins beschaamd denk ik terug aan die ene keer,
met het eerste meisje waarmee ik ooit zoende, mijn trapper haakte in haar
trapper en daar lagen we, broek kapot, ego geschaafd…
Ach ja en toen ik in Delft
op kamers zat, is een keer de ketting en het slot gestolen waarmee ik de fiets
altijd vastzette….fiets stond er nog daar onder het spoorviaduct, die avond dat
ik terugkwam van de studentenvereniging. Ketting spoorloos.
De fiets volgde me naar
Heerlen, waar hij de eerste jaren niet meer zo intensief gebruikt werd. Ik
woonde in een zogenaamde verpleegstersflat bij het ziekenhuis en mijn werk en
opleidingsplek, het psychiatrisch ziekenhuis lag op loopafstand van dit
“gewone” ziekenhuis. Ik was lui en de busverbinding naar de supermarkt en
centrum was goed (elk kwartier een bus). Later gebruikte ik hem wel weer met
enige regelmaat. We verhuisden er zelfs de vloerbedekking en ander groot
materiaal mee toen we ons huis gekocht hadden.
Toch kwam de dag dat hij
niet meer te redden was. Het enige nog originele onderdeel van de fiets was het
frame. Alles was al ooit eens vervangen. De aftakeling ging verder en repareren
had geen zin meer. De stekker ging er uit. Het kostte me moeite om afstand te
doen. Schoorvoetend gaf ik toe, mede omdat Rianne me vertelde dat ze een week
later de perfecte fiets voor mij zou hebben. “Echt een fiets voor jou”,
vertelde ze met een stralende lach. “Van een oude heer die er z’n leven lang
mee had gereden…”. Enkele dagen later zag ik
de fiets. Ik was direct verkocht, de fiets dus ook.