petermoorspunt nl                                          

naar gastenboek
naar mijn muziek
naar carnaval
naar katten
reizen
naar leo's foto's
schilderen
thuis
ticketbox
werk



































































- Een moedig man -

Het is nog vroeg en als ik naar buiten kijk zie ik een vaalgrauwe ochtendhemel langzaam lichter worden. Motregen daalt neer over het vliegveld in Dusseldorf. Hopelijk is het straks in Griekenland beter weer. Een uur geleden hadden we moeten opstijgen, maar het vliegtuig had technische problemen en een vervangend toestel laat nog op zich wachten. 

Wachtend om aan boord van het vliegtuig te kunnen gaan, krijg ik een ingeving. Ik zie in mijn gedachten iets voor me. Of misschien wel scherper gesteld, ik zie iets niet. Er is maar een manier om dit op te helderen. “Schat, mag ik je een rare vraag stellen?” Mijn vriendin kijkt even verbaasd mijn kant op maar antwoord bevestigend. “Ga je gang”, was haar antwoord. Ik aarzel even, maar kom toch met de delicate vraag op de proppen. “Heb jij je bikini wel ingepakt?” De hierop volgende non/verbale reactie is lastig onder woorden te brengen, maar het komt er op neer dat ze deelgenoot van mijn inzicht werd. 

Geen bikini mee op weg naar een warme bestemming. Technische problemen met het vliegtuig die leiden tot vertraging. Deze vakantie begint niet echt geruststellend. In ieder geval is het nog een geluk dat de technische problemen geconstateerd werden toen we nog op de grond waren. Het gevolg was wel dat we nog een uur mooesten wachten voordat we verder konden reizen. 

Dat uur leverde ons wel een verklaring voor deze ongelukkig begonnen vakantie. Terwijl we voor de "gate" staan te wachten op de verlossende mededeling dat we aan boord kunnen gaan, wordt ik aangesproken door Thomas, een Duitse medereiziger. Ik ken de man verder niet, maar dat weerhoud hem niet tegen om me in lallende tongval “an zu sprechen”. Volgens Thomas, een Duitse dronkenlap kon het alleen maar erger worden deze reis en wel omdat hij meevloog. Hij had namelijk altijd pech en angst om te vliegen. 

Nu viel die dronkenschap op zich nog wel mee, maar 2 cognac (volgens eigen zeggen) en de daarbij behorende geur om 7 uur ’s ochtends, in combinatie met vliegangst en een zus die in Griekenland woont, maakt de stembanden los. Dit in combinatie met ruim een uur vertraging maakt dat driekwart van de passagiers al rap weet heeft van Thomas’ vliegangst, zijn zus die met een Griek getrouwd is en van het feit dat het alleen maar erger mis kan gaan vandaag. Elk gesprekje met medepassagiers eindigt hij met de gevleugelde woorden; “aber wir kommen immer unten”, in combinatie met een handgebaar dat een neerstortend vliegtuig moet voorstellen. En nu ben ik aan de beurt. 

Deze man heeft fatalisme tot kunst verheven. We vertrekken niet, we storten toch neer, de koffers zullen niet aankomen, de piloot krijgt een hartinfarct, de vliegtuigmaaltijd is bedorven etc. Hij belichaamt de gezamenlijke angsten van de voltallige passagiers in één. Daar helpt toch geen cognac meer. 

Terwijl hij doorratelt, dringt zich langzaam het besef bij mij op dat hier eigenlijk een moedig man staat. Geen fatalistische zuiplap maar een held. Hij ziet z’n angsten onder ogen en gaat het gevaar, enigszins wankelend, met open ogen tegemoet. Hij stapt bewust het gevaar tegemoet om bij z’n geliefde zus te kunnen zijn. 

Als we enkele uurtjes later in Griekenland zijn geland neem ik afscheid van Thomas met een lichte en bemoedigende hoofdknik. Het is bewolkt en het hotel dat we geboekt hebben blijkt “overboekt”, zoals men dat in de reiswereld pleegt te zeggen. Kortom we leven nog wel, maar het ongeluk zet zich voort. 

Op onze weg van het Griekse vliegveld richting veerboot moeten we het echter zonder Thomas doen. Zijn zus woont in een dorp vlak bij het vliegveld. Daar zal hij een week of twee blijven, als er tenminste geen vliegtuig op het huis stort. Wij gaan verder naar de veerboot die ons naar het beloofde eiland en vervangend hotel zal brengen. Thomas z’n rampscenario´s spoken echter direct door mijn hoofd. De veerboot zal wel zinken, passagiers slaan overboord tijdens een vliegende storm, vleesetende roofmeeuwen vallen ons aan en vervolgens worden de overlevende opvarenden door Macedonische piraten overvallen. Ik bereid me voor op een dramatisch en mogelijk dodelijk einde van onze reis en besluit het moedig onder ogen te zien.