terug naar start

Dag 3 Damascus - Palmyra 

Vanochtend vroeg de 300km lange reis naar Palmyra door een uitgestrekt steppelandschap. Aan de linkerkant een lage bergketen. We zagen aanvankelijk nog huizen en fruitbomen, later nog wat boom aanplant in het kader van een herbebossingproject, cementfabrieken, een zandgroeve, bedoeïenententen met schapen, kinderen en schotelantennes. Na zo’n anderhalf uur rijden een korte stop bij een wegrestaurant annex toilet annex winkel annex ‘bedoeïenenfotografeer-mogelijkheid’. Enkelen bewonderden ’n tent, anderen een dromedaris met bedoeïen. We zagen ‘n groep Iranese pelgrims op weg naar Damascus waar ook enkele Shi’itische heiligen worden vereerd. Deze groep was zwart gekleed en geheel gehoofddoekt (de dames dan). Na een korte stop weer verder gejakkerd langs leger bases, lege bases, en fosfaatmijn tot we bijna bij Palmyra waren.

Opeens ramde een tegemoet komend voertuig de zijspiegel van onze bus. Moestafa, onze chauffeur, zette gelijk de achtervolging in. Niet, naar later bleek, om de boosdoener een kopje kleiner te maken, maar om z’n kenteken te noteren, want zonder nummerplaat van de schuldige moet hij de schade zelf betalen. Helaas de bewuste pick-up truck was in geen velden of wegen meer te bekennen. Dus weer terug richting Palmyra. We stoppen in het dorp voorbij de ruïnes om bij het museum kaartjes te kopen naar de torengraven. Deze waren echter niet te bezichtigen vandaag (graftoren a.d.v.-dag) dus wel even buitenom kijken en morgen weer terug. Als alternatief werd het tempelcomplex van “bel” (ook wel baal of ba-al genoemd). Een tamelijk indrukwekkend timpeltje waar Hetty bijna honderd Syrische ponden kwijtraakte (nee geen obscuur Arabisch vermageringsdieet, dat kwam later, maar de lokale munteenheid). Echter door ad rem te reageren wist ze het geld van onze gids weer terug te krijgen en het scheelde weinig of ze had er ook nog rente voor gekregen (haar vader zou trots op haar zijn geweest).

Na een korte rust in het hotel gingen we naar het postkantoor dat gesloten bleek te zijn. De brievenbus bleek wel geopend dus alvast kaarten gepost die met een beetje geluk op de zelfde dag arriveren als wij thuiskomen. Vervolgens op naar de Romeinse colonnadestraat, met tetrapyloon (ooit een gebouwtje waarvan het dak rustte op vier pijlers van elk vier pilaren), Romeins theater, badhuisruïne en enkele tempels. M.n. het theater en de colonnadestraat waren indrukwekkend. Op de terugweg kwamen we moeder en zoon (uit onze groep) tegen die bij een tempeltje koffie en thee van arme bedoeïenen hadden afgetroggeld. Nou dat lieten we niet op ons zitten, we grepen de eerste de beste inheems uitziende persoon met doek over het hoofd, dreigden hem die doek via z’n neus door z’n oren te halen als we niet snel ook ons portie kregen (onze ervaringen met en gedegen observaties van Heerlense junks in de stationstunnel kwam ons hier goed van pas). De souvernierverkoperskoffie smaakte mij best wel (Hetty niet, zij lust sowieso geen koffie). Met z’n vieren liepen we verder richting hotel.

De avond begon om 18.00 uur met een bezoek aan de citadel die hoog boven Palmyra uittorent. We vertrokken met een deel van de groep in een busje van het type “tot op de hond versleten”, maar ach, “er zitten nog wielen onder en remmen doet íe waarschijnlijk ook nog wel een keertje”. Onderweg legden we met name bergop een aardig rookgordijn, zodat de verkeerspolitie, als ze die al hadden in dit land, ons gemakkelijk kon achterhalen. Op naar een schitterende zonsondergang (als de rookwolken tenminste op tijd opgetrokken waren.)

Het was een mooie zonsondergang met een prachtig uitzicht over Palmyra met haar ruïnes, palmentuin, woestijn en de bergen. Terug in het hotel moesten we even wachten voordat we gingen eten. Om de tijd te doden keken we naar een Italiaanse soap, maar al spoedig verzette een hotelmedewerker de zender en verscheen ‘tiktak’ en vervolgens ‘het jeugdjournaal’. Het bleek een Belgische satellietzender (van de V.T.M.) die dus wereldwijd te ontvangen is en allerlei Nederlandstalige televisieprogramma’s uitzendt. Toch wel bizar om midden in de Syrische woestijn naar Hollandse kinderprogramma’s te kijken. De avond werd echter vervolgd met een typisch Jordaans gerecht dat echter ook in het Syrische Palmyra een specialiteit is. Gekookt schapenvlees met rijst, erwten en pijnboompitten oftewel mansaf. Ik kan u verzekeren dat het best wel smaakte, evenals het lokale Barada bier.

Vorige   Dag 4

terug naar start